Hoe vul je jouw regenput bij?

Mijn regenput is (bijna) leeg. Hoe vul ik bij?

Bij droog weer kan je regenwaterput leeg raken. Dan lukt het bijvoorbeeld niet meer om het toilet door te spoelen. Geen paniek: je mag de put bijvullen met kraanwater.

Vul je regenput al bij vooraleer hij helemaal leeg is.

We raden aan om jouw regenput al bij te vullen met kraantjeswater voor dat de regenput helemaal leeg is. Zo voorkom je problemen met jouw waterpomp. Dit kan je simpelweg controleren door het deksel van jouw regenput in de tuin te openen en te kijken of er nog water in zit.

Meestal zit er een kraantje met kraanwater aangesloten boven de regenwaterleiding. Zo kan je eenvoudig bijvullen als het langere tijd niet regent. Vind je geen kraantje terug in jouw technische ruimte om de regenput bij te vullen? Dan kan je met een tuinslang - aangesloten op stadswater - de regenput bijvullen.

Hoeveel water moet je bijvullen?

Vul bij tot minstens 1/3 tot de helft van de put, of tot het minimale niveau dat nodig is voor de pomp om te kunnen aanzuigen.

Enkele belangrijke tips:

• Vul de put niet helemaal bij. Doe er enkel zoveel water in als je nodig hebt voor een paar dagen. Zo voorkom je dat er onnodig veel kraanwater in je regenwaterput zit. Met een beetje geluk valt er binnenkort weer regen.
• Voorkom dat water wegloopt. Als je te veel water bijvult, loopt het overtollige water weg via de overloop. Dat is zonde.
• Draai de kraan op tijd dicht. Bijvullen kan lang duren. Zet daarom een alarm of herinnering, zodat je niet vergeet om de kraan na een paar uur weer dicht te draaien. Verlaat nooit jouw woning terwijl de kraan openstaat.

Is je regenput helemaal leeg?

Vul dan jouw regenput bij zoals hierboven vermeldt. Het kan zijn dat jouw regenwaterpomp vanzelf terug aanspringt zodra er voldoende water in de put is. Indien dit niet het geval is, volg dan volgende stappen.

Hoe start je jouw regenwaterpomp opnieuw op?

Situatie 1: de pomp staat in je berging of technische ruimte

Volg deze stappen om je regenwaterpomp opnieuw op te starten:

1. Druk op de resetknop van de pomp.
   Meestal zit deze knop bovenaan of aan de zijkant van het toestel.
2. Krijg je opnieuw druk op de leidingen (tussen 3 en 4 bar)?
   ✔️ Super! Je pomp werkt weer en je kan terug regenwater gebruiken.
   ❌ Geen druk? Ga dan door met de volgende stappen.

1. Trek de stekker van de pomp uit het stopcontact.
   Zorg dat je veilig werkt en er geen spanning op de pomp staat.

4. Sluit de afsluitkraan van de pomp.
   Let op: er kunnen één of twee afsluitkranen aanwezig zijn. Draai ze allemaal dicht.
5. Draai de bout van de pomp los met een moersleutel.
6. Vul de pomp volledig op met water.
   Giet water in tot het uit de opening begint te lopen. Dit is normaal.
7. Draai de bout weer vast.
   Draai stevig aan, maar gebruik niet te veel kracht.
8. Open de afsluitkraan of afsluitkranen opnieuw.
9. Steek de stekker weer in het stopcontact.
   De pomp zou nu automatisch moeten opstarten.
10. Werkt de pomp nog niet of hoor je vreemde geluiden?
    Dat betekent meestal dat er lucht in de leidingen zit.
11. Zet een kraantje open (bijvoorbeeld in de berging of buiten).
    Zo help je de lucht uit de leidingen te laten ontsnappen.
12. Blijf op de resetknop drukken tot er water uit het kraantje stroomt.
13. Zie je een mooie, volle waterstraal?
    ✔️ Sluit het kraantje. Je pomp is nu volledig opgestart.

Situatie 2: De pomp zit in de regenput

Sommige regenwaterpompen zitten in de regenput zelf. Volg dan deze stappen:

1. Controleer of er voldoende water in de regenput zit.
   Is het waterpeil laag? Vul de put bij met kraanwater
2. Wacht even.
   De pomp zal normaal gezien vanzelf opnieuw opstarten zodra er genoeg water is.
3. Start de pomp niet automatisch op?
   ❌ Geen probleem, doe dan het volgende:
• Kijk in de berging of er een melding op het toestel staat, zoals "Failure".
• Zet een tapkraantje open (in de berging of buiten).
• Druk op de resetknop en hou die ingedrukt tot de pomp opstart.
• Zodra je een stevige waterstraal uit het kraantje ziet, kan je het weer dichtdraaien.